De zes gemeenten en het bedrijfsleven in de Stedelijke As Leiden-Katwijk* hebben afspraken gemaakt om in de toekomst voldoende ruimte voor bedrijven op bedrijventerreinen te garanderen. Woensdag 14 maart ondertekenden zij een convenant. Deze regionale overeenkomst geldt tot en met 2022. Ze vervangt het convenant dat de gemeente Leiden in 2016 met het bedrijfsleven afsloot. Het convenant kwam tot stand onder de vlag van het economisch samenwerkingsverband Economie071.
Trots
Kees Wassenaar, wethouder economische zaken van de gemeente Leiderdorp en bestuurlijk trekker van het project Bedrijventerreinen vanuit Economie071: “Het is belangrijk dat we in de regio gezamenlijk optrekken. We hebben elkaar nodig voor een sterke regionale economie. De bedrijventerreinen leveren een wezenlijk aandeel in die economie. In de Leidse regio zorgen ze voor 42.500 banen en voor circa 10.000 indirecte banen. Het verdienvermogen van de bedrijventerreinen in de Stedelijke As Leiden-Katwijk is jaarlijks zo’n 5 miljard euro.“
Willem-Jan Zirkzee, voorzitter van Bedrijvig Leiden: “Deze cijfers onderstrepen nog eens dat we trots moeten zijn op onze bedrijventerreinen en de aanwezige bedrijven moeten koesteren.”
Ruimtebehoefte
Aan het convenant ligt een onderzoek naar de match tussen vraag en aanbod van bedrijventerreinen ten grondslag. Dit onderzoek werd in opdracht van Economie071 uitgevoerd door Stec Groep. Het wijst uit dat er tot en met 2030 een totale ruimtevraag van 31 tot 43 hectare in de Stedelijke As Leiden-Katwijk bestaat. Dit is inclusief de zogeheten – op dit moment bekende – vervangingsvraag: compensatie van hectares die verloren gaan door transformaties van bedrijventerrein naar andere functies zoals woningbouw.
Convenant
Met het convenant komen de partijen overeen dat de beschikbare ruimte voor bedrijven in alle milieucategorieën op bedrijventerreinen niet mag afnemen. Bij transformatie van bedrijventerrein naar een andere functie compenseert de Leidse regio deze ruimte binnen haar grondgebied.
Jan Versteegh en Frank Ponsioen, voorzitters van VNO-NCW en Bedrijfsleven Rijnland zijn blij met het regionale convenant. “Hier hebben we sinds de ondertekening van het convenant met Leiden naar toegewerkt”, aldus Versteegh.
Regionale strategie
Als vervolg op het convenant gaan gemeenten en vertegenwoordigers van ondernemersorganisaties nu een regionale bedrijventerreinenstrategie opstellen. Deze heeft een looptijd tot en met 2030 en moet duidelijk maken hoe de Leidse regio in de ruimtevraag gaat voorzien en met de bedrijventerreinen omgaat. Ook andere ruimtevraagstukken worden daarbij meegenomen, zoals de woningbehoefte, energietransitie en groen.
De strategie moet in het najaar van 2018 klaar zijn, waarna besluitvorming in de gemeenteraden volgt.
*Gemeenten Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude, Bedrijfsleven Rijnland, Ondernemend Leiden, VNO-NCW West, kring Rijnland, Katwijkse Ondernemersvereniging, Koepel Leidse regio.
Zittend:
Diantha Ploeg (management assistent Leiderdorp), Ton de Gans (wethouder Zoeterwoude), Emiel Jaensch (burgemeester Oegstgeest), Kees Wassenaar (wethouder Leiderdorp), Mark Cremers (lid platform Koepel Leidse Regio), Krijn van der Spijk (wethouder Katwijk), Nanning Mol (wethouder Voorschoten), Jan Versteegh (voorzitter VNO-NCW West, kring Rijnland), Roy van Cooten (Gemeente Voorschoten).
Staand:
Gerbrand Kuipers (beleidsmedewerker/projectleider Gemeente Leiderdorp), Peter Jongejan (voorzitter Katwijkse Ondernemersvereniging), Laura van Klink (public affairs RijnGouwe/Rijnland VNO-NCW West), Willem-Jan Zirkzee (voorzitter van Bedrijvig Leiden), Frank Ponsioen (voorzitter Bedrijfsleven Rijnland), Robert Strijk (wethouder Leiden), Roel van der Weij (beleidsmedewerker Leiden)