Samenwerken is cruciaal voor de economische ontwikkeling van de Leidse regio. Dat begint al op het moment dat leerlingen en studenten van het beroeps- en universitair onderwijs voor de eerste keer kennismaken met de razendsnel veranderende arbeidsmarkt. Er is behoefte aan meer hoogopgeleide medewerkers en een brede basis op mbo-niveau. Leerlingen en studenten moeten beschikken over ondernemende vaardigheden. Vraag en aanbod moeten perfect op elkaar aansluiten, want alleen dan beschikt de Leidse regio over de juiste mensen om de economische groei te realiseren.
Ondernemende vaardigheden
Voor een gezonde economische ontwikkeling is het belangrijk dat het onderwijs aansluit op de arbeidsmarkt. Met specifieke aandacht op het inbedden van ‘ondernemende vaardigheden’ in de opleidingsprogramma’s van middelbaar beroepsonderwijs, hogeschool en universiteit maar al beginnend in het vmbo. Daarbij horen voldoende leerwerkplaatsen en stageplekken.
Drietal thema’s
Joost Bruggeman is namens ROC Leiden projectleider van een van de pijlers van Economie071, het project ‘Aansluiting Onderwijs en Arbeidsmarkt’. Joost: ‘Het project bestaat in feite uit een drietal thema’s, die weer uit een aantal deelprojecten bestaan. Het eerste thema is stages. Doel is alle mbo-studenten een stage bij een leerwerkbedrijf te kunnen bieden. Dit is nu helaas nog niet het geval. In samenwerking met bedrijfsleven en universiteit gaan we ook een impuls geven aan buitenuniversitaire stages. Het tweede thema is gericht op het onderwijsaanbod. Er wordt onderzocht of en hoe ondernemend gedrag een plek heeft in de opleidingen (curricula) en of dat kan worden verbeterd. En het derde thema is de aansluiting van ‘de onderkant van het onderwijs’ op de arbeidsmarkt. Daarmee bedoelen we praktijkscholen, voortgezet speciaal onderwijs en mbo entree en niveau 2.’
Hoe ben je te werk gegaan?
‘Tussen februari en mei heb ik ruim veertig gesprekken gevoerd met professionals uit het onderwijs, bedrijfsleven en lokale overheid. In mei vond een Expert-meeting plaats om tot project-ideeën te komen. Deze sessie was erg geslaagd en resulteerde in een vervolgsessie in juli om ideeën aan te scherpen en uit te werken tot deelprojecten. Ondertussen werden de Coördinatiegroep en Stuurgroep van Economie071 op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Begin december werd het projectplan door de stuurgroep vastgesteld’. Zeven deelprojecten zijn inmiddels van start gegaan of gaan binnenkort van start. Een tweetal projectideeën worden nog verder uitgewerkt en gaan naar verwachting begin 2016 van start.’
Wat maakt dit project bijzonder?
‘Mijn rondje langs de velden maakte duidelijk dat er al veel initiatieven waren op het gebied van aansluiting Onderwijs en Arbeidsmarkt. Maar doordat partijen dat vaak niet van elkaar wisten, werd veel informatie niet gedeeld en uitgewisseld. De Economische agenda is een goed vehikel gebleken om verbindingen te leggen en samenwerking te bevorderen. Met name onderwijs- en werkgeversnetwerken worden beter benut en uitgewisseld, maar ook bijvoorbeeld netwerken actief op terrein van voorkomen van jeugdwerkloosheid of arbeidsinclusie.’
Waneer is dit project voor jou succesvol?
‘Het project is voor mij succesvol als het ons lukt werkgevers maximaal te betrekken bij de realisatie van de deelprojecten. Werkgevers hebben een cruciale rol. Ik hoop dat gestelde doelen snel leiden tot zichtbare resultaten. Dat geeft energie en geeft aan dat we de goede dingen doen.’
Waneer is het project afgerond?
‘Het project loopt in eerste instantie tot eind 2016. Op basis van evaluatie wordt dan besloten of projecten afgerond zijn, stoppen of verlengd worden. Er zijn projecten waarvan nu al vaststaat dat ze een langere doorlooptijd kennen en los van de Economische agenda door zullen lopen. Voorbeelden hiervan zijn de inrichting van een centraal BPV-expertisepunt en doorlopende praktijkgerichte leerlijn VMBO-MBO o.b.v. deelproject VMBO-Boerhaave.’