Dit interview is verschenen als onderdeel van ons katern ‘succesvol ondernemen’ in het herfstnummer van INTO Business. Ook beschikbaar als PDF.
In dit interview ontmoeten Rijnsburger Peter Ouwehand (Ouwehand Bouw Groep BV) en de Leidse horecaondernemer Bob Meijer elkaar. Ze werken in totaal verschillende branches en hadden elkaar nog niet eerder ontmoet. Maar dat staat een goed gesprek niet in de weg. Sterker, het gesprek heeft al snel de sfeer van ouwe jongens krentenbrood. De heren hebben namelijk al snel door dat er gemene delers zijn: beiden zien kansen en boeken succes. En er blijken meer raakvlakken. Zo blijkt Peter regelmatig de etablissementen van Bob te bezoeken en is Bob de zoon van een architect. Plaats van handeling is Brasserie Buitenhuis in Valkenburg, gelegen aan het rustieke Valkenburgse Meer
Echte horecaman
“Mooie plek heb je hier”, vindt Peter. Bob: “Dank je. Mijn compagnon Johan Klerks had zijn oog op deze locatie laten vallen. Wat er was, ging plat en dit is ervoor in de plaats gekomen. We zijn nu tien weken open en het is elke dag druk.” “Ben jij altijd al een echte horecaman geweest”, vraagt Peter. Bob: “Ja, ik heb werkelijk waar van alles in de horeca gedaan. Op een gegeven moment was ik er klaar mee en wilde ik naar de Pabo, leraar worden. Maar toen kwam Johan met het plan om samen een horecagelegenheid te beginnen. Dat was zeventien jaar geleden. Inmiddels zijn we samen eigenaar van Visbrasserie de Poort in Leiden, Brasserie Park en Brasserie Meelfabriek Zijlstroom in Leiderdorp, Brasserie de Kaagsociëteit aan de Kagerplassen en Brasserie Buitenhuis.” “Waarom zijn jullie succesvol?” Bob: “Een restaurant is niet alleen eten en drinken. Het is een lifestyle, moet voor de klant een beleving zijn. Het moet hip, trendy en anders dan anders zijn. Bovendien kijken we altijd wat er is. Wat er al is, moeten wij dan niet willen brengen. Overal vleesrestaurants? Dan moeten wij een visrestaurant openen. Zo mikken wij met onze bedrijven ook op de partijenmarkt, want daar was behoefte aan. Vorig jaar hebben we daardoor meer dan 1800 partijen gefaciliteerd.”
Aan de kust
“Zou je in Katwijk geen horecatent willen beginnen?”, vraagt Peter. Bob: “Eigenlijk vind ik het zo wel genoeg. We hebben een grote organisatie met 212 medewerkers en het moet wel behapbaar blijven. Maar als ik aan de kust iets zou willen beginnen, zou ik voor Katwijk kiezen. Want daar valt op culinair gebied terrein te boeken.” Peter knikt instemmend en zegt: “Dat klopt. In tegenstelling tot Noordwijk, waar veel zakelijk en toeristisch publiek komt, is Katwijk meer een familiebadplaats. Je kunt er overigens prima eten en drinken, maar het is nergens heel bijzonder. Alhoewel het wel beter wordt. Er zijn inmiddels zeven permanente strandtenten en daar komen er op termijn nog vijf bij. Dat had Katwijk wel nodig.” Peter kan het weten. Hij is een geboren Kattukker en al 25 jaar Rijnsburger, maar het familiebedrijf Ouwehand Bouw is sinds de oprichting in 1943 gevestigd in Katwijk.
Geheim
Dan vraagt Bob: “Wat is het geheim van het succes van de Ouwehand Bouw Groep?” Peter antwoordt: “De wereld verandert en Ouwehand Bouw Groep verandert mee. Ik denk dat dat ons geheim is. Vroeger waren we een bouwbedrijf, later kwam daar een projectontwikkelingtak bij. Maar als vandaag de dag iemand vraagt wat wij doen, zeg ik: wij faciliteren ruimte voor wonen en werken. Vroeger bouwden we huizen en bedrijfsgebouwen en gingen die vervolgens aan de man brengen. Nu brengen we eerst de behoefte in kaart. Wij kunnen wel denken dat mensen op een bepaalde locatie willen wonen, maar gaan niet eerder aan de slag voordat we die bevestiging hebben.” Hij vervolgt: “Ouwehand realiseert voor 70 procent woningbouw en voor de rest utiliteitsbouw en onderhoud. Er werken 130 mensen bij ons. Dat is een gemêleerd gezelschap. Natuurlijk werken er echte vaklieden bij ons op de bouwplaats, maar ook mensen op kantoor die constant bezig zijn met onderzoeken en innoveren. Voor traditionele bouwers is nu werk genoeg, maar voor de toekomst zul je in onze omvang ook een andere meerwaarde voor de klant moeten leveren. Ons werk begint als er nog helemaal niets is: geen plan, niks. We onderzoeken locaties en willen weten of er een markt voor is. Dan pas worden er plannen gesmeed of locaties verworven. En natuurlijk zitten we dan om de tafel met diverse partners, zoals project- en gebiedsontwikkelaars, grondeigenaars en gemeenten. Door mee te veranderen met de markt doe we het goed en zijn we klaar voor de toekomst.”
Kansen in Leiden
“Wat is jullie werkgebied”, vraagt Bob. “West-Nederland”, luidt het antwoord. Waarna Bob doorvraagt: “Maar is er een bepaalde streek of plaats waar jullie specifek je vizier op richten?” “Leiden is zo’n plaats”, zegt Peter beslist. “Die stad is al jaren in ontwikkeling en ook in de toekomst staat er veel te gebeuren. Voor ons liggen er nadrukkelijk kansen in Leiden.” Bob: “Wel grappig dat jij je met je Katwijkse bedrijf op Leiden focust. Weet je dat veel van onze restaurantproducten, zoals vis en brood, van toeleveranciers uit Katwijk afkomstig zijn? Leiden en Katwijk hebben echt iets met elkaar. Ik denk dat dat komt omdat de werkmentaliteit van Leidenaars en Katwijkers niet veel verschilt.” Peter knikt: “Vroeger spraken wij over Leiden als die stinkende stad. Maar nu is Leiden prachtig, en de stad wordt nog veel mooier. Het gevolg van met z’n allen de schouders eronder.” Bob: “Katwijkers zien wij als harde, betrouwbare werkers. Mensen waarvan je op aan kunt. Ja is ja en nee is nee bij een Katwijker; je weet wat je aan die mensen hebt.”
Hetzelfde hout
Peter: “Katwijk werkt al jaren samen met de Bollenstreek. Wij schakelen goed, klaarblijkelijk omdat we deels uit hetzelfde hout zijn gesneden. Maar het frappante is wel dat Katwijk en Leiden ook goed schakelen, terwijl de Bollenstreker en Leidenaars niet zo’n klik hebben.” Bob: “Misschien dat Katwijk een scharnierfunctie kan hebben tussen Leiden en de Bollenstreek. Dan kunnen we onze samenwerking doortrekken.” Maar eerst Leiden en Katwijk. Die vrijen samen en als mensen dat doen, wil dat nog wel eens tot een huwelijk leiden. Peter: ,,Nou, een fusie tussen Katwijk en Leiden zie ik nog niet zo snel gebeuren. Daar is het nog veel te vroeg voor. Bovendien is er een barrière: Oegstgeest ligt er namelijk nog als los zand tussen. Ik zou zeggen: los dat eerst eens op.”