We staan in de Leidse regio voor een grote opgave: de energietransitie. Dat is niet zomaar een verandering van werken, maar een complex samenspel van systeemveranderingen. Iedereen is hierbij betrokken. Overheden, energiebedrijven, netbeheerders, ontwikkelaars van technologie en leveranciers van technische oplossingen, bedrijven, instellingen en particulieren. Voor iedereen ligt er een opgave. Om die opgave in beeld te krijgen voor bedrijven is Economie071 samen met Ondernemend Leiden een nieuw project gestart: ‘De plek van Bedrijventerreinen in de Energietransitie’. Marnix Zwart van Bedrijfsadvies is aangesteld als projectleider. We spraken hem over zijn opdracht.
[leestijd 5 min]
Echte stappen vooruit
‘De klimaatdoelen zijn helder, maar niet alles is mogelijk wat we zouden willen’, geeft Marnix Zwart aan. ‘Als zelfs de koplopers al niet de stappen zetten die ze zouden willen nemen, is er iets aan de hand. Dan moeten we niet blijven duwen of verwijten maken, maar dan helpt het om de oorzaken te benoemen. Dan kunnen we de acties koppelen aan de mensen en organisaties die belemmeringen kunnen wegnemen. Dat leidt tot begrip, tot de juiste druk op de juiste plaats, en daardoor tot beter resultaat. Schitterend dat Economie071 deze uitdaging ter hand neemt: bijdragen aan echte stappen vooruit.’
De opdracht
Economie071 wil de energietransitie vanuit ondernemers, gemeenten en kennisinstellingen gezamenlijk aanvliegen. Ondernemend Leiden en Economie071 nemen hierin het voortouw. In de energietransitie hebben bedrijventerreinen een belangrijke plek. Zwart: ‘Bedrijventerreinen zijn bij uitstek locaties waar de energietransitie grote gevolgen heeft. Juist ook daar zijn grootverbruikers gevestigd, juist ook daar kan de impact van maatregelen groot zijn. Het zijn ook plekken waar we echt dingen kunnen doen. Er is bijvoorbeeld veel dakoppervlak aanwezig zodat grootschalige PV-installaties mogelijk zijn. Daarom is het goed om specifiek voor de bedrijventerreinen de mogelijkheden en de onmogelijkheden te benoemen. En ook te kijken vanuit een constructieve drive naar de afhankelijkheden en de randvoorwaarden. Die in kaart brengen en adresseren is mijn opdracht’.
Vier terreinen onder de loep
Er zijn vier bedrijventerreinen gekozen die meedoen aan de intensieve gesprekken. Dit zijn: Roomburg in Leiden, Dobbewijk in Voorschoten, ’t Heen in Katwijk en De Boeg in Oegstgeest. Zwart trekt zelf in Roomburg als adviseur/parkmanager de kar. Een handige combinatie gezien zijn opdracht voor Economie071. Zwart: ‘De ambitie van Roomburg is om energieneutraal en klimaatneutraal te worden. In de zichtbare praktijk zijn echter ‘slechts’ stappen gezet in een grote toename van PV-installaties op de daken. De oorzaken waardoor niet al meer is gerealiseerd, liggen buiten de directe invloedssfeer van de bedrijven. De bereidheid is er, maar de mogelijkheden ontbreken. Heel fijn dat ik nu via mijn opdracht deze ervaring van Roomburg kan delen en het enthousiasme dat er is een stap verder kan brengen’.
Helpende hand vanuit Ondernemend Leiden
Binnen Bedrijvig Leiden (partner Ondernemend Leiden), het samenwerkingsverband van Leidse bedrijventerreinverenigingen, heeft dit project ook grote aandacht. Nico Tates, voorzitter Ondernemend Leiden: ‘We willen en moeten van elkaars ervaringen leren. Daarom hebben wij onze hand opgestoken om in de project mee aan het stuur te zitten. Bedrijvig Leiden heeft de verduurzaming van de bedrijventerreinen opgenomen in haar strategische plan. Bedrijven hebben echt een helpende hand nodig. We zien uit naar het resultaat’.
Gereedschapskist
Over het resultaat zegt Zwart het volgende: ‘De gesprekken moeten leiden tot een gereedschapskist met instrumenten die bruikbaar zijn voor bedrijventerreinen. Haalbaar en betaalbaar wel te verstaan. Denk aan het in kaart brengen van toekomstige energiebehoefte door het overstappen op duurzaam goederenvervoer en duurzame mobiliteit, consequenties voor het netwerk en benodigde stimulerende maatregelen. Ook zal de gereedschapskist een ‘vak’ bevatten waarin kaders en randvoorwaarden zijn benoemd. Denk aan beschikbare ruimte (bovengronds en ondergronds), kwaliteit van het vastgoed, netcapaciteit voor levering en afname van elektriciteit, wettelijke of fiscale beperkingen en mogelijkheden, procedures, beschikbaarheid van techniek en verzekerbaarheid van installaties’.
Samenhang
Zwart benadrukt dat de twee opdrachten elkaar aanvullen: ‘Het ene overzicht draagt bij aan de planning van inspanningen, zodat eerst aan de randvoorwaarden wordt gewerkt voordat we aan maatregelen gaan werken waar die randvoorwaarden voor gelden. Het andere overzicht, de gereedschapskist, draagt bij aan realistische verwachtingen, die bijdragen aan een groeiproces van ‘de handen ineen slaan’. Het beoogde resultaat is daarmee een zo concreet mogelijke beschrijving van kansen, een praktisch handboek van do’s en don’ts en randvoorwaarden en een beschrijving van dwingende volgtijdelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan de afstemming met netbeheerders vóór aanvang van een project’.
Heel concreet
Wordt het na deze inventarisatie echt concreet? Zwart denkt van wel: ‘We werken toe naar een rubricering van de uitkomsten, om zodoende voor te sorteren op vervolgstappen. Denk aan het onderscheid tussen: Beleid & Wet- en regelgeving, Stimulering & Sturing, Communicatie & Informatievoorziening. Economie071 kan aan de hand daarvan als eigenaar van het resultaat de regie over vervolgstappen heel concreet en praktisch oppakken’.
Raakvlakken
Hoe hou je alles wat met elkaar samenhangt in beeld? Zwart: ‘Het is niet te voorkomen dat raakvlakken met andere grote opgaven zoals Klimaatadaptatie, op tafel komen. We hebben niet alleen te maken met afhankelijkheden, maar er kan ook sprake zijn van strijdigheden of juist van koppelkansen. Het is goed om die dan ook zo concreet mogelijk te benoemen, zodat het handvatten worden voor verdere actie. In de gesprekken die ik voer, neem ik dit zo goed mogelijk mee’.
Katalysator
De opdracht en de doelstellingen maken duidelijk dat dit project slechts een klein onderdeel is van de opgave van de Leidse regio en Ondernemend Leiden om de Energietransitie vorm te geven. Het kan echter als katalysator fungeren voor de totale klimaatopgave. Voor de betrokkenheid vanuit ondernemers is Zwart niet bang: ‘In het bedrijfsleven bestaat een groot organiserend vermogen. Met dit project nemen we wrijving weg, is de bedoeling. Onder goede initiatieven zet men graag de schouders’.
Achtergrond: landelijke kaders
Landelijk zijn de doelstellingen uit het VN-Klimaatakkoord van Parijs (ingangsdatum 2020) vertaald in de Klimaatwet. Die doelstellingen zijn:
- 49% minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990.
- 95% minder CO2-uitstoot in 2050 ten opzichte van 1990.
De Klimaatwet schrijft voor dat een Klimaatplan moet worden opgesteld. Het eerste Klimaatplan geldt voor de periode tussen 2021 en 2030.
De volgende stap is het Nederlandse Klimaatakkoord, waarin afspraken staan met vijf sectoren over de maatregelen die deze sectoren de komende tien jaar en daarna gaan nemen om de klimaatdoelen te halen. Deze sectoren zijn:
- Gebouwde omgeving
- Landbouw en landgebruik
- Elektriciteit
- Industrie
- Mobiliteit